Het winterkoninkje


Door Roel



De winterkoning of vaak winterkoninkje (Troglodytes troglodytes of Nannus troglodytes) is een klein, kwiek vogeltje met zijn opvallende wipstaart en kenmerkende heldere met vibrerende scherpe trillers. De winterkoning is in Nederland en België een van de meest algemene vogelsoorten.

De winterkoning is niet groter dan negen à tien centimeter en weegt nauwelijks tien gram, waardoor vaak gedacht wordt dat het ons kleinste vogeltje is. Maar ondanks de miniatuuromvang moet de winterkoning die eer laten aan het goudhaantje en het vuurgoudhaantje, die allebei net iets korter zijn.


Betekenis naam ‘Winterkoninkje’

Ondanks dat zijn naam anders doet vermoeden, is het winterkoninkje allesbehalve dol op de winter en koud weer. Sterker nog, veel winterkoninkjes overleven de koude winter zelfs niet. Dat kan ook bijna niet anders, want hij weegt maar ongeveer 9 gram en verliest in de winter gewicht door de kou.

Maar hoe kan het dan zijn dat hij de koning van de winter wordt genoemd?

Volgens een Griekse sage hielden vogels in het bos op een winterdag een wedstrijd wie de koning van de dieren mocht zijn. Wie het hoogst kon vliegen, zou de felbegeerde titel winnen. De grootste vogel, de arend, vloog aan kop en alle andere deelnemers moesten het afleggen. Maar net toen de arend dacht dat ie gewonnen had en weer neerdaalde, sprong er een klein vogeltje uit zijn verendek en vloog nog een paar meter hoger. Dit kleine vogeltje werd de nieuwe koning. Zo werd het Winterkoninkje geboren. Het is natuurlijk een prachtig verhaal, maar de waarheid zal het niet zijn. Hoe de winterkoning echt aan zijn naam is gekomen, is tot op heden onbekend.

Wil je een winterkoninkje spotten, dan is goed opletten een must.

Deze vogel bevindt zich meestal laag in het struikgewas of andere begroeiing en is voortdurend in beweging. De lage, snorrende vlucht is opvallend snel. Het is bij ons een standvogel, die het hele jaar in de buurt van zijn broedplaats blijft. In de winter zijn er wel meer winterkoningen te zien, dat komt omdat de familie uit Scandinavië de kou ontvlucht en dan bij ons overwintert.

De winterkoning is een insecteneter die zijn buik vol eet met kleine geleedpotigen (spinnetjes, kleine rupsen, larven, insecten) die hij dicht bij de grond kan verschalken. Af en toe neemt hij genoegen met kleine zaden. Met zijn fijne snavel peutert hij ook lekkernijen uit smalle spleten zoals in de schors van een boomstam. ‘s Winters is het een grote uitdaging om voldoende voedsel te vinden, waardoor de overlevingskansen van de winterkoning tijdens een langdurige vorstperiode kelderen.



De broedtijd begint eind april en gaat door tot eind juli. Ze kunnen tot drie nesten per jaar hebben, met vijf à acht jongen per nest. Deze nesten worden door het mannetje gemaakt, in heggen, struiken en takkenbossen, maar ook in gaten in muren of aan oevers. Hun Latijnse naam “Troglodytes” betekent “holbewoner”. Het mannetje maakt vaak meerdere nesten per territorium, soms wel vier. Het vrouwtje kiest vervolgens één nest uit voor het broeden en bekleedt dat nest met veertjes. Wanneer het vrouwtje broedt, probeert het mannetje vaak nog een ander vrouwtje te lokken in één van zijn andere nesten. Dit vrouwtje mag dan een ander nest uitzoeken, bekleden en eieren leggen. De winterkoning kan zo drie vrouwtjes aan het broeden hebben. Na twee en een halve week komen de eitjes uit. Beide ouders voeren de jongen die na ongeveer drie weken uit vliegen. 1 tot 3 weken later zijn ze zelfstandig.

 


Tips voor een vogelvriendelijke tuininrichting 

  • Wees zuinig op rommelhoekjes. Dit komt vogels goed van pas om hun nesten mee te bouwen. Vogels zullen ook eerder in je tuin te vinden zijn als ze er nestmateriaal kunnen vinden zoals takjes, pluisjes en blaadjes.

  • Plant struiken, bomen en hagen, denk aan struiken met dichte vertakkingen of bomen met vruchten

  • Zorg voor drinkwater. Bij vorst komen vogels vaak water tekort. Een ondiepe schaal water volstaat meestal als drinkplaats. Ververs het water regelmatig. 

  • Hang nestkasten: Nestkasten vind je in alle kleuren en maten. Kies of maak een nestkast op maat van de vogels in je tuin. Hang ze op een goede plek. Na de winter verwijder je oud nestmateriaal en maak je de nestkast proper met heet water en een borstel. 

  • Maak geleidelijke overgangen van gazon naar planten, struiken en bomen. Door de natuur zo goed mogelijk na te bootsen creëer je meer kansen om vogels naar je tuin te lokken.

  • Laat de bladeren onder de struiken liggen en het aantal insecten neemt spectaculair toe. Hoe meer insecten, hoe beter.

Het is dan tafeltje-dekje voor het winterkoninkje en daar houdt hij van.


0
Inloggen is verplicht

Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn

Log in
Er zijn nog geen reacties.
Afbeelding bij Vrolijke fluiters!
Vogels in eigen tuin

Vrolijke fluiters!

Genieten van gekwetter in je tuin en jonge kroost.


Door Jolanda

Afbeelding bij Ergens een stokje voor steken, komt voort uit de spreeuwenpot
Vogels in eigen tuin

Ergens een stokje voor steken, komt voort uit de spreeuwenpot

Lang geleden, voornamelijk in de 16e en 17e eeuw werden vogelpotten voor andere doeleinden gebruikt, die niet zo diervriendelijk waren. Onze voorouders waren namelijk gek op spreeuwensoep en pastei van jonge zwaluwen.


Door Roel

Afbeelding bij Wat kan je doen met een uitgebloeide zonnebloem?
Vogels in eigen tuin

Wat kan je doen met een uitgebloeide zonnebloem?

Uitgebloeide zonnebloemen vormen een natuurlijke voederplek voor vogels


Door Roel

Afbeelding bij Het winterkoninkje
Vogels in eigen tuin

Het winterkoninkje

Ondanks dat zijn naam anders doet vermoeden, is het winterkoninkje allesbehalve dol op de winter.


Door Roel

De Tuindingen nieuwsbrief

Ontvang iedere week de leukste en groenste nieuwsbrief vrijblijvend in je mailbox