Tigridia pavonia / Tijgerbloem

De tijgerbloem groeit in het wild op de zonnige berghellingen van Mexico, Peru, Guatemala en Chili.

Ze behoort tot de Lissen familie. In de gebieden van herkomst zijn de planten winterhard, in ons klimaat echter alleen in zeer milde streken en worden daarom behandeld als eenjarigen.
De bollen zijn overwegend langwerpig. Hieruit ontwikkelen zich 45 tot 50 cm lange scheuten met zwaardvormige, frisgroene bladeren.
De bloemen hebben drie buitenste, licht omgeslagen bloembladeren en drie kleinere, rechtopstaande in het midden. In het centrum hebben ze opvallende, gestippelde of getijgerde tekeningen. Deze prachtige bloemen bloeien slechts één dag. Op elke stengel zitten echter zes tot acht knoppen, die na elkaar bloeien, zodat de gehele bloeiperiode van een plant tot zes of acht weken bedraagt. De bloemen van de zuivere soort zijn schitterend oranjerood, het midden is geel met purperrode stippen
Er zijn enkele rassen in andere kleuren: ‘Alba’ heeft witte bloemen met een geel midden en karmijnrode vlekken, ‘Aurea’ heeft donkergele bloemen met een roodgevlekt centrum en ‘Canariensis’ bloeit lichtgeel met een roodgevlekt midden.  ‘Lilacea’ bloeit lila met rode stippen, ‘Red Giant’ scharlakenrood met geelrode tekening, ‘Rosalind’ zachtroze met rode stippen en ‘Speciosa’ scharlakenrood met een oranjerood centrum zonder punten of spikkels.
Aan de bolletjes is echter niet te zien welke kleur de bloem wordt. Bloeiperiode: juli/okt.

Plantvoorschriften
Zonnige plaats en liefst iets vochtige, goed afwaterende grond.
Tijgerbloemen komen mooier uit als u ze niet afzonderlijk maar in kleine groepen plant, zodat zoveel mogelijk bloemen gelijktijdig opengaan. In borders en perken kunt u tijgerbloemen bijzonder goed met zomerbloeiers combineren. Tegen een muur in de zon vinden tijgerbloemen een beschutte plaats waar ze prachtig gedijen. In potten of kuipen geplante tijgerbloemen bieden u de mogelijkheid op het balkon of terras van dichtbij van hun schoonheid te genieten
Plant de bollen vanaf half april in kleine groepen in goed voorbereide grond (diepte 8 cm, afstand 10-12 cm). Liefst in plantmand

Onderhoud
Verwijder de uitgebloeide stengels. Geef gedurende de bloei bij droogte water. Na de bloei geen water meer geven.
Laat begin herfst de grond uitdrogen terwijl de plant in rust gaat.
Haal de bollen uit de grond en laat ze een dag opdrogen. Maak ze schoon en bewaar ze gedurende de winter op een droge plaats en bij temperaturen van 6-12°C. De bolletjes het best bewaren in een bakje schelpenzand. Laat bij het rooien wel een stukje groen (ongeveer 15cm) aan de bol, dit voorkomt uitdrogen.
Ziekten
Bolletjes schimmelgevoelig - rode spinmijt